korte samenvatting:
"Eind jaren negentig werd een nieuw
bestemmingsplan voor het Veerpleingebied door de gemeente Zwijndrecht
aangekondigd. Aanleiding was de koop van het pand Nieuwstraat 15 door de
heer van Dalen. Toen was het oude bestemmingsplan nog van kracht - o.a. een
maximum goothoogte van 7 meter. Dit was te laag voor de wensen van de heer
van Dalen, die feitelijk een miskoop begaan had, gezien het vigerende
bestemmingsplan. Dat werd door mij op een hearing gesteld en ook in mijn
‘bezwaarschriften’ gemeld. B&W hadden dus al een nieuwe
bestemmingsplanprocedure in gang gezet (geen artikel 19). Drie jaar lang
hebben bewonersgroepen en individuele burgers getracht dit tegen te houden.
Nadat GS allen in het ongelijk gesteld had werd een aanvang gemaakt met de
sloop van het pand Nieuwstraat 15 in september van 2000.
Voordat de heren van Dalen (ik heb
vernomen vader en zoon) hun gang konden gaan heb ik met architect Malschaert
gebeld en gezegd dat ik een schorsing zou aanvragen wanneer van Dalen mij
niet zou compenseren voor mijn schade. Hij en de architect kwamen op 12
januari 2001 bij mijn vrouw en mij. Ik had een stuk ter ondertekening
klaarliggen waar e.e.a. in geregeld was. Omdat de architect de in opdracht
van van Dalen gemaakte ontwerptekeningen op die morgen zou meebrengen, heb
ik in het stuk verwezen naar de in de tekeningen verwerkte mondelingen
afspraken omtrent o.a. compenserende lichttoetreding via een nieuw te maken
dakkapel en een loggia. Ter plaatse werden nog enkele doorstrepingen en
toevoegingen door van Dalen gedaan (met mijn instemming), en hebben wij
ondertekend.
De architect zou e.e.a. uitwerken en
een aannemer zou op basis daarvan een offerte maken. Een Ridderkerkse
aannemer bezocht ons pand en hij besprak met ons alle zaken die met de heer
van Dalen overeengekomen waren. Er viel een langdurige stilte; op
telefonische verzoeken van mij aan van Dalen via de architect om dringend en
spoedig bij elkaar te komen om definitieve werkafspraken te maken werd
aanvankelijk niet gereageerd. Na aanhoudend aandringen van mijn kant zou de
architect in de eerste week va oktober een ontmoeting arrangeren tussen de
Heer D. Van Dalen, hemzelf en mijn vrouw en mij. Er kwam geen bericht en heb
ik weer gebeld. Dit resulteerde in de brief van 20 oktober van D. Van Dalen
aan mij. Daarin sprak hij niet meer over de zaken die in de tekeningen van
de architect verwerkt waren. Er ontspon een briefwisseling waar al spoedig
uit bleek dat hij op zijn afspraken aan het terugkomen was. Zowel de
architect als de aannemers (ook de aannemer van de nieuwbouw zelf) moeten
alle afgesproken onderdelen ter offerte ontvangen hebben (getuige de
discussie daarover toen genoemde aannemer bij ons was om ons pand op te
nemen). Zij vertelden later bij navraag van mijn kant dat Van Dalen hun
opgelegd had geen contact meer met ons te hebben. Zij zwegen verder. Doch ik
heb er vertrouwen in dat zij desgevraagd de waarheid zullen vertellen."
Lucien den Arend
|